Vroeg op pad dus om de top van de Mount Meru te beklimmen. Klokslag 4 uur gingen we lopen. Je moet je daarbij een lange stoet mensen voorstellen, die allemaal een hoofdlamp op hebben om handen voor ogen te zien in het donker. Eerst was het pad nog vlak, maar dat was helaas niet lang. Er zaten de hele tocht behoorlijk steile stukken ertussen, veel lavastenen, veel grind en soms puur stof. En we moesten wel eens klauteren over rotsen. Bedenk wel dat we al aardig hoog zaten en dus snel buiten adem waren. Uren lang klimmen vergt veel van je bovenbenen. Ik heb er 5 uur en een kwartier over gedaan. Ik was er dus 's ochtends om kwart over 9 al. De zon was jnmiddels opgekomen, prachtig achter de Kilimanjaro vandaan. Genieten! Terug hadden we de hele tijd een fantastisch uitzicht hetgeen vergoedde dat je pijn had, beginnende blaren, doodop was en een onstabiele maag had. Ik was kapot toen ik na 9 uur en 20 minuten weer in de hut was. M'n bovenbenen! Lunchen, beetje rondlopen, slapen en bloggen deden de pijn verzachten. En die ene collega, die bakjes water kwam brengen, m' slippers haalde en ook nog een blaarpleister op m'n grote teen plakte (dank Maris). Daarna weer lekker en gezellig dineren en maar weer slapen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten